0529 40 80 80

‘Ze zien mij als hun broer’

RENÉ MARISSEN LEERT STATUSHOUDERS WERKEN EN LEVEN IN NEDERLAND

divider

Bij Larcom in Ommen werkt een groep statushouders afkomstig uit Eritrea. Na twee jaar AZC krijgen ze de gelegenheid in Nederland een bestaan op te bouwen. René Marissen leert ze omgaan met de dagelijkse praktijk van de Nederlandse werkvloer. Maar ook naast het werk biedt hij de broodnodige steun.

René Marissen in gesprek met statushouders

Foto: René Marissen (links) met statushouders

René: “Vertrouwen winnen is het belangrijkste. Voor ze hier binnen kwamen had ik even opgezocht wat ‘goedemorgen’ is in het Eritrees. Dat vonden ze hartstikke leuk, daarmee was het ijs al een beetje gebroken.”

“Ze komen hier een half jaar ervaring opdoen. Dat begint met de huisregels: elke dag om acht uur beginnen, roken alleen in de pauzes, telefoon aan de kant. Daar moesten ze wel aan wennen. Maar regels zijn hier nou eenmaal belangrijk. Als ze ergens anders gaan werken, krijgen ze daar ook te maken met regels. Kom op tijd, hou je aan je afspraken. Toen dat goed ging, kwam ik met ze in gesprek. Het vertrouwen was er en ze lieten meer zien, ze vertelden meer. Hoe hun reis was geweest, hoeveel ze moesten betalen en wat ze onderweg hebben meegemaakt. Dat zijn schrijnende verhalen.”

Statushouders aan het werk

René Marissen begeleidt statushouders

‘Kom in gesprek, investeer
daar tijd in’

Echt contact leggen met jonge volwassenen uit een andere cultuur, die vaak een traumatische reis hebben gemaakt en vanuit een hechte familie op zichzelf zijn aangewezen, dat blijft moeilijk. René: “Elke ochtend maak ik even een rondje. En dan zie ik het vaak wel als een van de jongens het even zwaar heeft. Ze hebben hun familie achtergelaten, voelen zich verantwoordelijk en vinden het moeilijk dat zij het hier goed hebben. Of ze denken aan vrienden of familieleden die de reis niet hebben overleefd. Ze moeten hun verhaal kwijt kunnen, ook al zijn ze in eerste instantie erg teruggetrokken. Dat is ook mijn belangrijkste boodschap aan de bedrijven waar ze gedetacheerd worden: kom in gesprek met die jongens. Investeer daar tijd in. Problemen in de privésfeer moet je oplossen, anders krijg je het vertrouwen niet.”

“Ik ben dokter, dominee, productieleider, alles tegelijk”

“Het geloof is heel belangrijk voor ze. Toen ze hier net binnen waren, vroegen ze vrij voor hun belangrijkste religieuze feestdag. Allemaal tegelijk, ik wist niet goed hoe ik daar mee om moest gaan. Maar ik merkte dat ze het belangrijk vonden, dus ik heb ze die vrije dag gegeven. Dan komen ze allemaal bij elkaar, en ze nodigden mij ook uit. Eigenlijk kon ik hier niet weg, maar ik ben toch even gegaan. Allemaal mensen bij elkaar en een tafel vol eten. ‘René, jij moet ook eten.’ ‘Beginnen jullie eerst maar, jongens.’ ‘Nee, jij bent onze gast, jij mag eerst.’ ‘Maar ik heb geen bestek.’ ‘Nee dat moet ook niet, ons eten mag niet in aanraking komen met metaal. Je moet met je handen eten.’ En dat doe ik dan. Daardoor win je heel veel. Ik ben dokter, dominee, productieleider, alles tegelijk. Dat maakt het werk ook zo mooi.”

René Marissen in gesprek met statushouders

Klaar voor een volgende stap

“Als ze gewend zijn aan de huisregels leer ik ze aandacht voor kwaliteit en werken onder druk. Het zijn harde werkers. We maken hier transportkettingen voor de pluimveesector. Waar anderen twee of drie kettingen per uur maken, doen zij er vijf of zes. Wat dat betreft zou ik ze graag hier houden, maar zij moeten zich verder ontwikkelen. Na een half jaar kunnen ze een volgende stap maken.” 

‘Een groter compliment kun je niet krijgen’

Buiten het werk om helpt René met praktische dingen. “Ik heb een van hen geholpen met een ticket en een visum voor Ethiopië, om kerst te vieren met zijn familie. Hij wou daar zó graag bij zijn. Toen hij daar was belde hij: ‘mijn moeder zegt dat je nu mijn broer bent.’ Een groter compliment kun je niet krijgen.”

Ook het dagelijks leven in Nederland biedt de nodige uitdagingen. René: “Een van de jongens moest iets ophalen bij de apotheek. Dat kreeg hij vergoed, maar hij moest zelf nog drie euro bijbetalen. Dan vraagt hij aan mij: ik ben toch verzekerd, waarom moet ik bijbetalen? Leg dat maar eens uit aan iemand die hier niet is opgegroeid. Maar zo gaat dat in Nederland. Je bent hier naartoe gekomen, dan zul je toch moeten leren om daar mee om te gaan. Als ze op eigen benen staan moeten ze dat soort dingen ook zelf regelen. Ik hou altijd nog wel even een vinger aan de pols. Maar soms moet je ze ook loslaten, gooi ze maar in het diepe.”

René Marissen aan het werk met statushouder

Cultuurschok

Op de afdeling van René bracht de introductie van de Eritreeërs een kleine cultuurschok teweeg: “Ik heb iedereen uitgelegd waarom ze hier kwamen werken en dat het belangrijk was om ze een warm welkom te geven. Spreek hen gewoon aan met hun eigen naam, laat ze maar merken dat ze er bij horen. Ze hebben een inburgeringscursus gehad, ze spreken Nederlands dus je kunt gewoon met ze communiceren. Doe je best maar. Dat was voor sommigen best even wennen, maar dat gaat gelukkig heel goed.”

René Marissen kijkt mee met statushouder
 ‘Soms moet je even een stapje terug doen’

Het is duidelijk dat René hier op zijn plek is. “Ik heb wel moeten leren luisteren. We hebben niet voor niets twee oren gekregen en maar één mond. Soms moet je even een stapje terug doen. Voor ik hier begon heb ik ooit eens een beroepskeuzetest gedaan. Daar kwam uit dat ik moest gaan werken met mensen met een beperking, in de productie. Veertien jaar geleden heb ik een open sollicitatie naar Larcom gestuurd en ik zit er nog steeds. Lekker in mijn vel.” 

En waar René zijn nieuwe collega’s veel heeft bijgebracht, blijkt dat ook andersom het geval: “Wij zeggen elke dag alleen goedemorgen, zij zijn gewend om altijd een hand te geven.” René doet het voor: “Met je rechterhand geef je een hand en met je linkerhand pak je dan de pols van de ander vast. Ik betrap mezelf erop dat ik dat nu ook buiten het werk bij mensen doe. Dan zeggen ze: goh, wat een warme begroeting. Dat is toch prachtig?”

divider